1 Koningen 1:2

SVToen zeiden zijn knechten tot hem: Laat ze mijn heer den koning een jonge dochter, een maagd zoeken, die voor het aangezicht des konings sta, en hem koestere; en zij slape in uw schoot, dat mijn heer de koning warm worde.
WLCוַיֹּ֧אמְרוּ לֹ֣ו עֲבָדָ֗יו יְבַקְשׁ֞וּ לַאדֹנִ֤י הַמֶּ֙לֶךְ֙ נַעֲרָ֣ה בְתוּלָ֔ה וְעָֽמְדָה֙ לִפְנֵ֣י הַמֶּ֔לֶךְ וּתְהִי־לֹ֖ו סֹכֶ֑נֶת וְשָׁכְבָ֣ה בְחֵיקֶ֔ךָ וְחַ֖ם לַאדֹנִ֥י הַמֶּֽלֶךְ׃
Trans.wayyō’mərû lwō ‘ăḇāḏāyw yəḇaqəšû la’ḏōnî hammeleḵə na‘ărâ ḇəṯûlâ wə‘āməḏâ lifənê hammeleḵə ûṯəhî-lwō sōḵeneṯ wəšāḵəḇâ ḇəḥêqeḵā wəḥam la’ḏōnî hammeleḵə:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat

Aantekeningen

Toen zeiden zijn knechten tot hem: Laat ze mijn heer den koning een jonge dochter, een maagd zoeken, die voor het aangezicht des konings sta, en hem koestere; en zij slape in uw schoot, dat mijn heer de koning warm worde.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֧אמְרוּ

Toen zeiden

ל֣

-

וֹ

-

עֲבָדָ֗יו

zijn knechten

יְבַקְשׁ֞וּ

een maagd zoeken

לַ

-

אדֹנִ֤י

heer

הַ

-

מֶּ֙לֶךְ֙

den koning

נַעֲרָ֣ה

een jonge

בְתוּלָ֔ה

dochter

וְ

-

עָֽמְדָה֙

sta

לִ

-

פְנֵ֣י

die voor het aangezicht

הַ

-

מֶּ֔לֶךְ

des konings

וּ

-

תְהִי־

en hem koestere

ל֖

-

וֹ

-

סֹכֶ֑נֶת

-

וְ

-

שָׁכְבָ֣ה

en zij slape

בְ

-

חֵיקֶ֔ךָ

in uw schoot

וְ

-

חַ֖ם

warm worde

לַ

-

אדֹנִ֥י

dat mijn heer

הַ

-

מֶּֽלֶךְ

de koning


Toen zeiden zijn knechten tot hem: Laat ze mijn heer den koning een jonge dochter, een maagd zoeken, die voor het aangezicht des konings sta, en hem koestere; en zij slape in uw schoot, dat mijn heer de koning warm worde.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!